delen via:

Heupdysplasie (HD)

Heupdysplasie (HD) is een abnormale ontwikkeling van het heupgewricht tijdens de groei. Bij de geboorte zijn de heupen nog wel normaal. Het heupgewricht is een kogelgewricht, waarbij de heupkop (de bovenkant van het dijbeen) goed moet aansluiten op de heupkom (gedeelte van het bekken). Bij HD ligt de heupkop niet goed in de kom. Ook is de heupkop soms afgeplat i.p.v. mooi rond. De heupkom is vaak te ondiep en de spieren en banden die de heupkop in de kom moeten houden zijn vaak te slap. Hierdoor ligt de kop niet mooi in de kom en is er dus een slechte aansluiting.
DGC Nicolaï Gewrichtsondersteuning DGC Nicolaï Gewrichtsondersteuning

Waardoor ontstaat HD ?

Zoals gezegd ligt de heupkop dus niet goed in de heupkom. Oorzaken hiervoor zijn:

  •  een te slap gewrichtskapsel, spieren en ligamenten (ligament = een stuk bindweefsel dat bot met bot verbindt)
  • instabiliteit
  • vormafwijkingen in de heupkop (afgeplatte kop) en heupkom (te ondiep)
  • artrose; als gevolg van HD ontstaat er artrose in het heupgewricht, waardoor de klachten aanzienlijk kunnen verergeren.

Is HD erfelijk?

HD is een erfelijke aandoening. De erfelijkheid zit niet zozeer in de ontwikkeling van het skelet, maar vooral in de ontwikkeling van het kraakbeen en de spieren en ligamenten van de heup en daarmee dus het vermogen om de heupkop goed op zijn plaats (in de heupkom) te kunnen houden.

Bij welke rassen komt HD het meest voor ?

HD komt vooral voor bij grote hondenrassen, zoals bijvoorbeeld de Labrador Retriever, Golden Retriever, Rottweiler, Berner Sennenhond en herdershonden zoals de Duitse en Mechelse Herder. HD kan echter bij alle hondenrassen voorkomen, maar bij honden onder de 12 kg (volwassen gewicht) wordt HD niet vaak gezien.

Wat zijn de verschijnselen?

Sommige honden met HD hebben helemaal geen verschijnselen. Indien het wel tot uiting komt, wordt er een onderscheid gemaakt tussen HD bij jonge honden en bij volwassen honden.

1. Jonge honden (4-12 maanden)

Bij deze honden is de HD een gevolg van een losse aansluiting van de heupkop op de heupkom. Eigenlijk groeit het skelet van de hond te snel en kunnen de omliggende spieren deze groei niet bijhouden. Daardoor kunnen de spieren de heupkop niet goed op zijn plaats houden. De klachten zijn:

  • pijnlijk in de achterpoten/heupen
  • minder actief
  • geen zin om te spelen, rennen of trappen te lopen
  • humeurig
  • minder bespiering van de achterpoten (m.n. de dijbeenspieren)

De kreupelheid ontstaat meestal plotseling en is het gevolg van minuscule scheurtjes in de rand van de heupkop. De scheurtjes ontstaan doordat de heup als het ware  steeds uit de kom schiet. Als het skelet van de opgroeiende hond volwassen wordt en het bot verhardt, verdwijnen deze scheurtjes vanzelf. De pijn neemt af en de meeste honden hebben met 12-14 maanden leeftijd geen klachten meer.

2. Volwassen honden (vanaf 15 maanden)

Oudere honden vertonen meestal het beeld van artrose van het heupgewricht. Deze honden komen moeilijk overeind. De spiermassa rond de heup is vaak duidelijk afgenomen.

Hoe stellen we de diagnose ?

HD is met röntgenfoto’s vast te stellen. Indien er artrose is opgetreden, dan zien we dit ook op de röntgenfoto's.

HD

Hoe is de behandeling ?

HD komt regelmatig voor zonder klachten / verschijnselen. Behandeling is in dit geval ook niet nodig. Indien de jonge hond last heeft als gevolg van de HD, dan wordt er meestal gekozen voor de volgende behandeling:

  • aanpassing van de beweging (rust, regelmatig bewegingspatroon, geen trappen lopen, geen hellingen op en af lopen)
  • afremmen van de groei m.b.v. de juiste voeding
  • gewichtsafname
  • eventueel pijnstillers/ontstekingremmers

Bij oudere honden met HD i.c.m. artrose, geldt:

  • aanpassing van de beweging (rust, regelmatig bewegingspatroon, geen trappen lopen, geen hellingen op en af lopen)
  • gewichtsafname
  • pijnstillers / ontstekingsremmers / voedingssupplementen, zie ook artrose)
  • eventueel fysiotherapie

In ernstige gevallen bij jonge honden kan er worden gekozen voor een chirurgische behandeling, bijvoorbeeld een “bekkenkanteling” (waarbij het bekken wordt doorgezaagd en onder een andere hoek weer vastgezet) of bij kleine honden het wegnemen van de heupkop (waarbij de spieren de achterpoot op zijn plaats kunnen houden)